(3) Overwegende dat in de gezamenlijke verklaring (6) van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende Besluit 819/95/EG wordt bepaald dat het Europees Parlement en de Raad twee jaar n
a het begin van het programma de met het programma
bereikte resultaten beoordelen en dat de Commissie met het oog daarop hun een verslag voorleg
t, vergezeld van de door haar passend geachte voorstellen, ook ten aanzie
n van de f ...[+++]inanciële middelen die door de wetgever in de zin van de gemeenschappelijke verklaring van 6 maart 1995 (7) zijn vastgesteld en dat het Europees Parlement en de Raad zo spoedig mogelijk een besluit nemen over die voorstellen;
(3) Whereas the Joint Statement (6) by the European Parliament, the Council and the Commission concerning the Decision No 819/95/EC provides that, two years after the launching of the programme, the European Parliament and the Council will assess the results achieved by the programme, and that to this end the Commission will submit to them a report accompanied by any proposals which it considers appropriate, including any concerning the funding set by the legislator within the meaning of the Joint Declaration of 6 March 1995 (7), and that the European Parliament and the Council will act on those proposals at the earliest opportunity;