Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "19 april 1995 vervatte " (Nederlands → Duits) :

Bij dat artikel 77 werden alle in artikel 2 van het decreet van 19 april 1995 vervatte definities vervangen.

Durch diesen Artikel 77 wurden alle in Artikel 2 des Dekrets vom 19. April 1995 enthaltenen Definitionen ersetzt.


De in artikel 2, 1°, van het decreet van 19 april 1995 vervatte definitie van « bedrijfsruimte » is in het kader van de regelgeving betreffende de bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsgebouwen van belang doordat een leegstandsheffing wordt geheven op de bedrijfsruimten die opgenomen zijn in de inventaris van de leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten.

Die in Artikel 2 Nr. 1 des Dekrets vom 19. April 1995 enthaltene Definition von « Gewerbebetriebsgelände » ist im Rahmen der Regelung über die Bekämpfung und Verhütung der Nichtbenutzung und Verwahrlosung von Betriebsgebäuden von Bedeutung, weil eine Nichtbenutzungsabgabe auf die Gewerbebetriebsgelände erhoben wird, die in das Inventar der nichtbenutzten und verwahrlosten Gewerbebetriebsgelände aufgenommen worden sind.


Daaruit blijkt dat de decreetgever met de bestreden bepaling een einde heeft willen maken aan de rechtsonzekerheid die was gerezen bij het bepalen van de belastingplichtige wanneer de persoon die zakelijke rechten heeft op het bedrijfsgebouw, niet de eigenaar is van de grond waarop dat gebouw is gevestigd, rechtsonzekerheid die voortvloeide uit de voorheen in het decreet van 19 april 1995 vervatte definitie van « eigenaar ».

Daraus geht hervor, dass der Dekretgeber mit der angefochtenen Bestimmung der Rechtsunsicherheit ein Ende setzen wollte, die bei der Bestimmung des Steuerpflichtigen entstanden war, wenn die Person, die dingliche Rechte an dem Betriebsgebäude besitzt, nicht der Eigentümer des Grundstücks ist, auf dem dieses Gebäude errichtet wurde, wobei diese Rechtsunsicherheit sich aus der zuvor im Dekret vom 19. April 1995 enthaltenen Definition des Begriffs « Eigentümer » ergab.


Het Hof heeft op vergelijkbare wijze, bij het arrest nr. 170/2003 van 17 december 2003 (met betrekking tot de artikelen 32, 2°, en 46, § 2, in samenhang gelezen met artikel 792, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek), de arresten nrs. 166/2005 van 16 november 2005, 34/2006 van 1 maart 2006 en 43/2006 van 15 maart 2006 (alle drie met betrekking tot artikel 71 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn), het arrest nr. 85/2007 van 7 juni 2007 (met betrekking tot artikel 39 van het Vlaams decreet van 22 december 1995 houdende ...[+++]

Der Gerichtshof hat auf ähnliche Weise in dem Entscheid Nr. 170/2003 vom 17. Dezember 2003 (in Bezug auf die Artikel 32 Nr. 2 und 46 § 2 in Verbindung mit Artikel 792 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches), den Entscheiden Nrn. 166/2005 vom 16. November 2005, 34/2006 vom 1. März 2006 und 43/2006 vom 15. März 2006 (alle drei in Bezug auf Artikel 71 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren), dem Entscheid Nr. 85/2007 vom 7. Juni 2007 (in Bezug auf Artikel 39 des flämischen Dekrets vom 22. Dezember 1995 zur Festlegung von ...[+++]


»; 2. « Schendt art. 1 [lees : 2], 9° juncto art. 15, § 2 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, het gelijkheidsbeginsel zoals neergelegd in de artt. 10 en 11 G.W. in zoverre de naakte eigenaars, wier bedrijfsgebouw per definitie leegstaat om reden onafhankelijk van hun wil, worden belast terwijl in het decreet van 22 december 1995 de vruchtgebruikers worden belast en terwijl de naakte eigenaars in deze op dezelfde wijze worden behandeld als andere eigenaars van leegstaande woni ...[+++]

»; 2. « Verstößt Artikel 1 [zu lesen ist: 2] Nr. 9 in Verbindung mit Artikel 15 § 2 des Dekrets vom 19 April 1995 zur Festlegung von Maßnahmen zur Bekämpfung und Verhütung der Nichtbenutzung und Verwahrlosung von Gewerbebetriebsgeländen gegen den in den Artikeln 10 und 11 der Verfassung verankerten Gleichheitsgrundsatz, insofern die bloßen Eigentümer, deren Betriebsgebäude per definitionem aus von ihrem Willen unabhängigen Gründen nicht benutzt wird, besteuert werden, während im Dekret vom 22. Dezember 1995 die Nießbraucher besteuert werden, und während die bloßen Eigentüme ...[+++]


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij arrest van 24 september 2014 in zake het Vlaamse Gewest tegen Guido De Palmenaer en Frank De Palmenaer, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 19 januari 2015, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vragen gesteld : 1. « Schendt art. 15, § 2 van het decreet van 19 april 1995 [houdende maatregelen ter bestri ...[+++]

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfragen und Verfahren In seinem Entscheid vom 24. September 2014 in Sachen der Flämischen Region gegen Guido De Palmenaer und Frank De Palmenaer, dessen Ausfertigung am 19. Januar 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfragen gestellt: 1. « Verstößt Artikel 15 § 2 des Dekrets vom 19 April 1995 [zur Festlegung von ...[+++]


Uittreksel uit arrest nr. 33/2016 van 3 maart 2016 Rolnummer : 6144 In zake : de prejudiciële vragen betreffende de artikelen 2, 9°, en 15, § 2, van het decreet van het Vlaamse Gewest van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel.

Auszug aus dem Entscheid Nr. 33/2016 vom 3. März 2016 Geschäftsverzeichnisnummer 6144 In Sachen: Vorabentscheidungsfragen in Bezug auf die Artikel 2 Nr. 9 und 15 § 2 des Dekrets der Flämischen Region vom 19. April 1995 zur Festlegung von Maßnahmen zur Bekämpfung und Verhütung der Nichtbenutzung und Verwahrlosung von Gewerbebetriebsgeländen, gestellt vom Appellationshof Brüssel.


Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van rechter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 31 oktober 2014 in zake An Ruyters tegen het Vlaamse Gewest, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 10 december 2014, heeft de Nederlandstalige Rechtbank van eerste aanleg te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 42, § 2, 2°, van het Vlaamse decreet van 22 december 1995 ...[+++] houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, zoals gewijzigd door artikel 7 van het decreet van 8 juli 1997, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het enkel voorziet in een vrijstelling van heffing voor de volle eigenaars, vruchtgebruikers, erfpachters en opstalhouders van gebouwen en/of woningen die krachtens het decreet van 3 maart 1976 tot bescherming van monumenten en stads- en dorpsgezichten beschermd zijn als monument en waarvoor hetzij bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard restauratiepremiedossier is ingediend (in welk geval de vrijstelling beperkt is tot de termijn van de behandeling) of waarvoor de bevoegde overheid attesteert dat het beschermde gebouw en/of woning in de bestaande toestand bewaard mag blijven, terwijl overeenkomstig artikel 4, laatste lid, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, de verwaarloosde en/of leegstaande bedrijfsruimten niet in de inventaris worden opgenomen wanneer deze in het kader van het decreet van 3 maart 1976 beschermd zijn als monument, zonder toevoeging van bijkomende voorwaarden, hetgeen in hoofde van de eigenaars van deze bedrijfsruimten gelijkstaat met een niet in tijd beperkte vrijstelling van heffing ?

Snappe, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Richters A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 31. Oktober 2014 in Sachen An Ruyters gegen die Flämische Region, dessen Ausfertigung am 10. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das niederländischsprachige Gericht erster Instanz Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 42 § 2 Nr. 2 des flämischen Dekrets vom 22. Dezember 1995 zur Festlegung von ...[+++]


Daaruit blijkt dat de in de in het geding zijnde bepaling vervatte uitzondering op het principiële verbod van cumulatie van de functie van gewestelijke toezichthouder met de hoedanigheid van officier van gerechtelijke politie, is ingegeven door de omstandigheid dat de handhavingswachters van het Agentschap voor Natuur en Bos reeds de hoedanigheid hadden van officier van gerechtelijke politie, en een uitbreiding van het toepassingsgebied van titel XVI van het decreet van 5 april 1995 tot het « milieubeh ...[+++]

Daraus geht hervor, dass die in der fraglichen Bestimmung enthaltene Ausnahme vom grundsätzlichen Verbot der gleichzeitigen Ausübung des Amtes als regionaler Aufseher und als Gerichtspolizeioffizier auf dem Umstand beruht, dass die Rechtsdurchsetzungsbediensteten der Agentur für Natur und Forstwesen bereits die Eigenschaft als Gerichtspolizeioffizier besaßen, und eine Erweiterung des Anwendungsbereichs von Titel XVI des Dekrets vom 5. April 1995 auf das « Recht der Umweltverwaltung » - wobei diese Erweiterung in erster Linie bezweckte, die in diesem Titel enthaltene Regelung über die Aufsicht un ...[+++]


Gelet op de in de in het geding zijnde bepaling vervatte woorden « woning van de eigenaar », en gelet op het feit dat het woord « eigenaar » volgens artikel 2, 9°, van het decreet van 19 april 1995, in de versie ervan zoals van toepassing op de feiten van de zaak die hangende is voor het verwijzende rechtscollege, dient te worden begrepen als « diegene die een [...] eigendomsrecht kan laten gelden op het betrokken onroerend goed », blijkt de prejudiciële vraag niet uit te gaan van een kennelij ...[+++]

Angesichts der in der fraglichen Bestimmung enthaltenen Wörter « Wohnung des Eigentümers » und angesichts des Umstandes, dass das Wort « Eigentümer » gemäß Artikel 2 Nr. 9 des Dekrets vom 19. April 1995 in dessen Fassung, die auf den Sachverhalt der vor dem vorlegenden Rechtsprechungsorgan anwendbar ist, als « derjenige, der ein [...] Eigentumsrecht an der betreffenden Immobilie geltend machen kann » zu verstehen ist, erweist sich, dass die Vorabentscheidungsfrage nicht von einer offensichtlich falschen Lesart dieser Bestimmung ausgeht.




Anderen hebben gezocht naar : decreet van 19 april 1995 vervatte     juli     19 april     december     wijziging ervan     april     rechtbank van eerste     5 april     zijnde bepaling vervatte     19 april 1995 vervatte     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'19 april 1995 vervatte' ->

Date index: 2024-11-18
w