Zoals de advocaat-generaal in punt 40 van haar conclusie heeft opgemerkt, blijkt immers dat het bij dergelijke aandelen in wezen om een deelneming in het eigen vermogen van een vennootschap gaat, en dat de in richtlijn 94/19 bedoelde deposito's daarvan verschillen in die zin dat zij deel uitmaken van het vreemd vermogen van een kredietinstelling.
Wie die Generalanwältin in Nr. 40 ihrer Schlussanträge ausgeführt hat, ist nämlich offensichtlich, dass es sich bei solchen Anteilen im Kern um eine Beteiligung am Eigenkapital einer Gesellschaft handelt, während sich Einlagen im Sinne der Richtlinie 94/19 dadurch auszeichnen, dass sie zum Fremdkapital eines Kreditinstituts gehören.