1. Indien de Raad in geval van hardnekkige of bijzonder ernstige en aanzienlijke afwijkingen van het begrotingsdoel op de middellange termijn, of van het juiste aanpassingstraject ernaartoe, budgettaire beleidsvorming, als bedoeld in artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1466/97, een aanbeveling overeenkomstig artikel 121, lid 4, VWEU tot een lidstaat richt om de nodige aanpassingsmaatregelen te nemen, dan bepaalt de Raad op voorstel van de Commissie dat een rentedragend deposito moet worden gestort.
(1) Richtet der Rat eine Empfehlung nach Artikel 121 Absatz 4 AEUV an einen Mitgliedstaat, die im Falle einer anhaltenden oder besonders ernsthaften und wesentlichen Abweichung vom mittelfristigen Haushaltsziel oder von einem geeigneten Weg der Anpassung an eine Haushaltspolitik gemäß Artikel 6 Absatz 3 der Verordnung (EG) Nr. 1466/97 notwendigen Anpassungsmaßnahmen zu ergreifen, so verlangt der Rat auf Vorschlag der Kommission die Hinterlegung einer verzinslichen Einlage.