« Schendt de wet van 21 juli 1844 op de burgerlijke en kerkelijke pensioenen, in zoverre zij de
ex-echtgenoten van ambtenaren uitsluit van het recht op een rustpensioen, terwijl dat recht bij de artikelen 75 en volgende van het koninklijk besluit van 21 december 1967 wordt toegekend aan de ex-echtgenoten van perso
nen die in de privé-sector hebben gewerkt en terwijl he
t Arbitragehof, bij zijn arrest van 3 mei 2
000, de rechtbanken ...[+++]niet langer in staat stelt om op grond van artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek een uitkering tot levensonderhoud te verlenen die een derde van de inkomsten van de schuldenaar van het onderhoudsgeld overschrijdt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat zij een verschil in behandeling invoert tussen de schuldeiser van een uitkering tot levensonderhoud, ex-echtgenoot van een ambtenaar uit de openbare sector, en de schuldeiser van een uitkering tot levensonderhoud die het voordeel van de artikelen 75 en volgende van het koninklijk besluit van 21 december 1967 geniet ?« Verstösst das Gesetz vom 21. Juli 1844 über die Zivil- und Kirchenpensionen, insofern es die früheren Ehegatten von Be
amten vom Recht auf eine Ruhestandspension ausschliesst, während dieses Recht gemäss den Artikeln 75 ff. des königlichen Erlasses vom 21. Dezember 1967 den früheren Ehegatten von Personen, die im Priv
atsektor gearbeitet haben, gewährt wird und wahrend der Schiedshof in s
einem Urteil vom 3. Mai 2000 es den Gerichten nicht länger ermöglicht, aufgrund von Artikel 307bis des Zivilgesetzbuches
eine ...[+++]n Unterhalt zuzuerkennen, der ein Drittel der Einkünfte des Unterhaltspflichtigen übersteigt, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem es zu einem Behandlungsunterschied führt zwischen dem Unterhaltsberechtigten, der der frühere Ehegatte eines Beamten des öffentlichen Sektors ist, und dem Unterhaltsberechtigten, der den Vorteil der Artikel 75 ff. des königlichen Erlasses vom 21. Dezember 1967 geniesst?