Behalve in naar behoren aangetoonde dringende gevallen mag deze termijn niet korter zijn dan vijftien dagen wanneer de betrokkene zich nog niet heeft laten inschrijven bij de bevoegde autoriteit van zijn woonplaats of wanneer hij nog geen verblijfskaart heeft ontvangen, en niet korter dan een maand in de andere gevallen.
Außer in dringenden, ordnungsgemäß begründeten Fällen muss diese Frist mindestens fünfzehn Tage betragen, wenn der Betreffende noch nicht bei der zuständigen Behörde seines Aufenthaltsorts angemeldet ist oder er noch keine Aufenthaltskarte erhalten hat. In allen anderen Fällen muss sie mindestens einen Monat betragen.