Aangezien het gaat om controles die niet verder reiken dan het inwinnen, bij de betrokken vreemdelingen, van informatie waardoor, met de medewerking van de betrokkenen, louter administratieve of feitelijke vaststellingen kunnen worden bevestigd, kunnen die controles, in de omstandigheden die duidelijk zijn beschreven in de parlementaire voorbereiding, bij ontstentenis van enige inbreuk van de overheid in de private levenssfeer, niet worden beschouwd als een inmenging in het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven dat wordt gewaarborgd door artikel 22 van de Grondwet en door artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
Da es sich um Kontrollen handelt, die nicht weitergehen als bei den betreffenden Ausländern Informationen einzuholen, durch die unter Mitwirkung der Betroffenen lediglich administrative oder faktische Feststellungen bestätigt werden können, können diese Kontrollen unter den Umständen, die in den Vorarbeiten deutlich beschrieben sind, in Ermangelung einer Verletzung des Privatlebens durch die Obrigkeit nicht als eine Einmischung in das Recht auf Achtung des Privat- und Familienlebens angesehen werden, das durch Artikel 22 der Verfassung und durch Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleistet wird.