Bij het bepalen van relevante markten overeenkomstig artikel 15, lid 3, van Richtlijn 2002/21/EG dienen de nationale regelgevende instanties een geografisch gebied aan te wijzen waarin sprake is van vergelijkbare of voldoende homogene mededingingsvoorwa
arden en dat van de aangrenzende gebieden kan worden onderscheiden doordat daarin duidelijk afwijkende mededingingsvoorwaarden gelden, waarbij met name wordt bekeken of de potentiële AMM-exploitant in zijn hele netwerkgebied op uniforme wijze te werk gaat of dat deze wordt geconfronteerd met duidelijk afwijkende mededingingsvoorwaarden, waardoor zijn activiteiten in bepaalde gebieden worde
...[+++]n belemmerd, maar in andere gebieden niet.