25. wijst op het hoge armoedeniveau in de EU en op de noodzaak armoede uit te bannen; verzoekt om de inzet van de EU om vóór 2010 het aantal armoedegevaar-gevallen in de EU te halveren, en de armoede onder kinderen uit te bannen; betreurt dat in de recente voorjaarsverslagen van de Commissie, de conclusies van de Europese voorjaars-Raad en de nationale hervormingsprogramma's geen prioriteit wordt gegeven aan sociale insluiting; verzoekt om opneming in de structurele indicatoren van een armoedegevaar-niveau gebaseerd op 70% van het mediaaninkomen;
25. stellt fest, dass Armut in der EU weit verbreitet ist und beseitigt werden muss; fordert, dass sich die EU verpflichtet, bis 2010 den Anteil der armutsgefährdeten Menschen in der EU zu halbieren und die Kinderarmut ganz zu beseitigen; bedauert, dass in den jüngsten Frühjahrsberichten der Kommission, den Schlussfolgerungen des Europäischen Rates anlässlich seiner Frühjahrstagungen und in den nationalen Reformprogrammen der sozialen Eingliederung keine Priorität eingeräumt wird; fordert die Einbeziehung einer Armutsgefährdungsquote auf der Grundlage von 70% des mittleren Einkommens in die Strukturindikatoren;
