De Europese Rekenkamer rapporteert ieder jaar dat deze aantallen onaanvaardbaar zijn, te meer daar de lidstaten 83% van de begroting beheren: zij geven 50% van de begroting uit voor maatregelen van het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL)-Garantie, en 33% voor structurele maatregelen.
Der Europäische Rechnungshof kritisiert diese Sätze immer wieder als unannehmbar hoch, vor allem, weil sie 83 % des Haushalts betreffen: Die Mitgliedstaaten sind beim EAGFL-Garantie für die Auszahlung von 50 % der Haushaltsmittel zuständig, beim EAGFL-Ausrichtung, d. h. den Strukturmaßnahmen, für 33 %.