1. Onverminderd artikel 26, lid 4, van Verordening (EG) nr. 2371/2002 en artikel 21, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 2847/93 verbiedt een lidstaat, wanneer hij van mening is dat zijn beschikbare vangstmogelijkheden worden geacht te zijn opgebruikt, onmiddellijk de visserijactiviteiten voor het betrokken gebied, vistuig of bestand of de betrokken groep bestanden.
(1) Unbeschadet von Artikel 26 Absatz 4 der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 und Artikel 21 Absatz 3 der Verordnung (EWG) Nr. 2847/93 verbietet ein Mitgliedstaat, der seine verfügbaren Fangmöglichkeiten als als ausgeschöpft geltend betrachtet, unverzüglich Fänge in dem betreffenden Gebiet, mit dem betreffenden Fanggerät bzw. aus den jeweiligen Beständen oder Bestandsgruppen.