11. verzoekt alle lidstaten na te gaan of hun wetten, activiteiten en programma's op het gebied van spionage verenigbaar zijn met de jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de mens en de internationale en Europese normen op dit vlak, teneinde adequaat democratisch en justitieel toezicht te garanderen en te waarborgen dat de grondrechten van de burgers en de in artikel 2 neergelegde Europese waarden worden geëerbiedigd;
11. fordert die Mitgliedstaaten auf, zu überprüfen, ob ihre Rechtsvorschriften, Maßnahmen und Programme im Bereich Überwachung der Rechtsprechung des Europäischen Gerichtshofs für Menschenrechte und den in diesem Bereich geltenden internationalen und europäischen Normen entsprechen, damit eine angemessene demokratische und justizielle Kontrolle garantiert ist und sichergestellt ist, dass die Grundrechte der Bürger und die europäischen Werte, die in Artikel 2 EUV verankert sind, geachtet werden;