5. Bij het sluiten van overeenkomsten met derde landen over samenwerking op operationeel niveau zoals bedoeld in artikel 2, lid 2, nemen de lidstaten zo nodig bepalingen op over de rol en de bevoegdheden van het Agentschap, met name wat betreft de uitoefening van uitvoerende bevoegdheden door leden van de teams die het Agentschap inzet gedurende de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
5. Die Mitgliedstaaten fügen in Abkommen mit Drittstaaten über die Zusammenarbeit auf operativer Ebene im Sinne von Artikel 2 Absatz 2 gegebenenfalls Bestimmungen zur Rolle und zu den Zuständigkeiten der Agentur ein, vor allem was die Wahrnehmung von Durchführungsbefugnissen durch von der Agentur entsandte Teammitglieder während der Tätigkeiten nach Maßgabe von Artikel 3 betrifft.