(27) Het Agentschap moet werken volgens, respectievelijk, (i) het subsidiariteitsbeginsel, waardoor een passende graad van coördinatie tussen de lidstaten inzake kwesties die verband houden met netwerk- en informatiebeveiliging wordt gegarandeerd en de effectiviteit van het nationale beleid wordt verbeterd, hetgeen een toegevoegde waarde oplevert voor de lidstaten, en (ii) het evenredigheidsbeginsel, d.w.z. dat niet verder wordt gegaan dan wat noodzakelijk is om de doelstellingen van deze verordening te verwezenlijken.
(27) Die Agentur sollte ihre Tätigkeit ausrichten i) am Subsidiaritätsprinzip, indem sie ein hinreichendes Maß an Koordinierung zwischen den Mitgliedstaaten sicherstellt, die Wirksamkeit nationaler Maßnahmen erhöht und ihnen dadurch einen Mehrwert verleiht, und ii) am Grundsatz der Verhältnismäßigkeit, indem sie nicht über das Maß hinausgeht, das für die Verwirklichung der in dieser Verordnung festgesetzten Ziele erforderlich ist.