« Ontheffing van dit verbod wordt gegeven aan gezinsveeteeltbedrijven en aan de bedrijven die louter en alleen omwille van de bepaling van artikel 2bis, par. 2, 2°, a) van dit decreet niet voldoen of niet kunnen voldoen aan de voorwaarden van gezinsveeteeltbedrijf, voor die percelen binnen deze gebieden die conform de aangifte van 1995 behoren tot de tot het bedrijf behorende oppervlakte cultuurgronden voor zover het akkers en intensief grasland betreft.
« Von diesem Verbot sind alle Familienviehzüchtereien und die Betriebe ausgenommen, die einzig und allein wegen der Bestimmung von Artikel 2bis 2 2° a) dieses Dekrets die Bedingungen der Familienviehzüchterei nicht erfüllen oder nicht erfüllen können, und zwar für die Parzellen innerhalb dieser Gebiete, die entsprechend der Erklärung für 1995 zu den Anbauflächen gehören, die Bestandteil des Betriebs sind, insofern es sich um Äcker und intensives Grasland handelt.