3. De lidstaten en de Commissie houden, binnen de beoordelings- en vergunningsregelingen voor
bestaande en nieuwe chemische stoffen en bestrijdingsmiddelen krachtens de van toepassing zijnde communautaire wetgeving, rekening met de criteria in punt 1 van bijlage D van het verdrag en nemen passende maatregelen om controle uit te oefenen op bestaande chemische
stoffen en bestrijdingsmiddelen en om de productie, het op de markt brengen en het gebruik van nieuwe chemische
stoffen en bestrijdingsmiddelen die kenmerken
...[+++]vertonen van persistente organische verontreinigende stoffen, te voorkomen.