Vertaling van "alsook alluviale " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

aangeslibde grond | alluviale bodem | alluviale grond
Alluvialboden | Schwemmlandboden

Samenwerkingsovereenkomst tussen enerzijds de Europese Economische Gemeenschap en anderzijds de landen die partij zijn bij het Algemeen Verdrag inzake Centraal-Amerikaanse economische integratie (Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras, Nicaragua) alsook Panama
Kooperationsabkommen zwischen der Europäischen Wirtschaftsgemeinschaft einerseits und den Partnerländern des Generalvertrags über die zentralamerikanische Wirtschaftsintegration (Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras und Nicaragua) sowie Panama andererseits

alluviale vlakte
Flußmarsch

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Er kan ook worden gewezen op de aanwezigheid van beukenbossen van plateau en van hellingtop (9110), eiken- haagbeukenbossen (9160) met esdoornbossen (9180) en rotsen op hellingen (8220), alsook alluviale bossen in valleibodems (91E0*).
Erwähnenswert ist das Vorhandensein von Buchenwäldern auf den Plateau- und Oberhängen (9110), von Eichen-Hainbuchenwäldern (9160) begleitet von Ahornwäldern (9180) und Felsen auf den Hängen (8220), sowie von Auenwäldern im Talboden (91E0*).

Af en toe, gedeelten van kalkminnende ravijnesdoornbossen op dagzomende rotsen die aan de zuidelijke kant worden blootgesteld, alsook alluviale berkenbossen langs de beken Radru, Aunaie of Grosses Fontaines.
Es sind hie und da kalkliebende Schlucht-Ahornwaldteile auf nach Norden gerichteten Felsgeländen vorhanden, sowie Erlen-Auenwälder entlang der Bäche "Radru", "Aunaie" oder "Grosses Fontaines".

In deze soms tamelijk ingebedde valleien, vormen de verschillende waterlopen (3260) habitats van soorten voor de Ijsvogel, de donderpad, de Beekprik, de zwarte ooievaar,.Er zijn ook gebieden met strooiselruigte (6430) alsook alluviale bossen (91E0*) die oeverranden vormen.
In diesen mitunter ziemlich tief eingeschnittenen Tälern stellen die verschiedenen Wasserläufe (3260) für den Eisvogel, die Groppe, das Bachneunauge, den Schwarzstorch,.typische Lebensräume dar. Dort sind ebenfalls Hochstaudenfluren (6430) sowie Auenwälder (91E0*) vorzufinden, die Ufersäume bilden.

Op het Ardense plateau stemt de locatie overeen met de valleibodems van de Mellier en van de Mandebras, alsook met de samenvloeiing ervan, in een landbouwcontext waarbij de valleibodems worden ingenomen door maaiweiden met vuurvlinders, ruigten (4030), schrale maaiweiden (6510), alluviale elzenbossen (91E0).
Auf der Hochebene der Ardennen entspricht das Gebiet den Talgründen der Mellier und der Mandebras sowie ihre Zuflüsse in einem landwirtschaftlichen Kontext, wo diese Talgründe durch Mähwiesen mit Feuerfaltern, Hochstaudenfluren (4030), magere Mähwiesen (6510), alluviale Auenwälder (91E0) bedeckt sind.

Brede alluviale valleien die meerdere vochtige gebieden met een hoge biologische waarde omvatten, die overeenstemmen met voormalige vochtige weiden vervangen door landbouw en die een mozaïek vertonen van alluviale weiden, ruigten, moerasruigten, moeras- tot alluviale elkenbossen alsook climax-eikenbossen.
Breite Talauen mit mehreren Feuchtgebieten von großem biologischem Interesse, die ehemaligen Feuchtwiesen entsprechen, die von der Landwirtschaft nicht mehr genutzt wurden, mit einer Mosaik von Auenwiesen, Hochstaudenfluren, Seggenrieden, Sumpf- und Ufer-Erlenwäldern und Klimax-Eichenwäldern.

De locatie bestaat uit afdammingen (dode armen) en uit moerascomplexen waar alluviale bebossingen (alluviale elzen-essenbos van Callenelle, oude populierenaanplanting en alluviale elzenbossen van Hollain en Wiers ...) te vinden zijn, alsook uit vochtige milieus die meer open zijn (ruigten, vochtige weiden, grote zeggenvegetaties, rietvelden ...) en, ten laatste, uit maaiweiden.
Das Gebiet besteht aus Altwasserarmen und Sumpfkomplexen, die Auenwälder (Auen-Erlen- und Eschenwald von Callenelle, alter Pappelwald und Auen-Erlenwälder von Hollain und Wiers...), eher offene Feuchtgebiete (Hochstaudenfluren, Feuchtwiesen, Großseggenriede, Röhrichtgebiete ...) und schließlich Mähwiesen umfassen.

Overwegende dat artikel 26, § 1, tweede lid, 4°, van de wet van 12 juli 1973 op het natuurbehoud bepaalt dat elk aanwijzingsbesluit de " samenvatting van de wetenschappelijke criteria op grond waarvan de locatie werd uitgekozen" bevat; overwegende dat, in het bijzonder, de locatie BE32016 om de volgende redenen uitgekozen werd: de locatie is samengesteld uit Atlantische neutrofiele beukenbossen, eiken-haagbeukenbossen die gunstig zijn voor middelste bonte spechten, uit kalktufbronnen, voedselrijke ruigten, eutrofe watervlakken, alsook alluviale elzenbosjes (hardhoutsoort), met Equisetum telmateia - reuzenpaardestaart en Carex pendula - hangende zegge.
In der Erwägung, dass in Artikel 26, § 1, Absatz 2, 4° des Gesetzes vom 12. Juli 1973 über die Erhaltung der Natur vorgesehen ist, dass jeder Bezeichnungserlass " die Zusammenfassung der wissenschaftlichen Kriterien, die zu der Auswahl des Gebiets geführt haben" enthält; dass das Gebiet BE32016 besonders aus folgenden Gründen auserwählt wurde: Das Gebiet besteht aus neutrophilen atlantischen Buchenwäldern, aus Eichen- Hainbuchenwäldern, die für den Mittelspecht vorteilhaft sind, aus Kalktuffquellen, aus Hochstaudenfluren, aus eutrophen Wasserflächen sowie aus alluvialen Erlenwäldern aus Hartholz, Equisetum telmateia und Carex pendula.

De locatie BE32016 werd om de volgende redenen uitgekozen: de locatie is samengesteld uit Atlantische neutrofiele beukenbossen, eiken-haagbeukenbossen die gunstig zijn voor de middelste bonte spechten, uit kalktufbronnen, voedselrijke ruigten, eutrofe watervlakken, alsook alluviale elzenbosjes (hardhoutsoort), met Equisetum telmateia - reuzenpaardestaart en Carex pendula - hangende zegge.
Das Gebiet BE32016 wurde aus folgenden Gründen bezeichnet: Das Gebiet besteht aus neutrophilen atlantischen Buchenwäldern, aus Eichen- Hainbuchenwäldern, die für den Mittelspecht vorteilhaft sind, aus Kalktuffquellen, aus Hochstaudenfluren, aus eutrophen Wasserflächen sowie aus alluvialen Erlenwäldern aus Hartholz, Equisetum telmateia und Carex pendula.

Overwegende dat de beheerseenheden " UG 1 - Aquatische milieus, UG 2 - Prioritaire open milieus, UG 6 - Prioritaire Bossen, UG 7 Prioritaire alluviale bossen, UG 8 - Inheemse bossen met een hoge biologische waarde, UG9 -Bossen habitats van soorten, UG 10 - Niet-inheemse verbindingsbossen, UG 11 - Teeltgronden en antropogene elementen" afgebakend moeten worden, met het oog op de instandhoudingsdoelstellingen alsook ten opzichte van de types natuurlijke habitats met een gemeenschappelijk belang, bedoeld in bijlage VIII bij de wet van 12 juli 1973, de populaties van de soorten met een gemeenschappelijk belang, bedoeld in bijlage IX bij de wet van 12 juli 1973, en de soorten van vogels aanwezig op de locatie, bedoeld in bijlage XI bij de wet van 12 juli 1973;
In der Erwägung, dass im Hinblick auf die Erfüllung der Erhaltungsziele des Gebiets sowie angesichts der natürlichen Lebensraumtypen von gemeinschaftlichem Interesse, die in der Anlage VIII des Gesetzes vom 12. Juli 1973 aufgeführt sind, der Bestände von gemeinschaftlichem Interesse, die in der Anlage IX des Gesetzes vom 12. Juli 1973 aufgeführt sind und der Vogelarten, die in der Anlage XI des Gesetzes vom 12. Juli 1973 aufgeführt sind, die auf dem Gebiet vorhanden sind, der Anlass besteht, auf dem Gebiet die Bewirtschaftungseinheiten " BE 1 - aquatische Lebensräume" , " BE 2 - prioritäre offene Lebensräume" , " BE 6 - prioritäre Forstgebiete" , " BE 7 - prioritäre Auenwälder" , " BE 8 - einheimische Wälder von großem biologischem Interesse" , " BE 9 - Wälder als Lebensraum von Arten" , " BE 10 - nicht einheimische Verbindungswälder" , " BE 11 - Ackerbauland und anthropische Elemente" abzugrenzen;

Dankzij de aanwezigheid van geschikte alluviale doorlaatbare zandgronden, de nabijheid van de stad Nantes die voor een afzetmarkt voor de producten zorgde alsook de aanwezigheid van de Loire die het benodigde water en het geschikte zand voor de teelt leverde, is in de regio Nantes een groenteteelt tot ontwikkeling gekomen die bijzonder bevorderlijk is voor de teelt van primeur-producten..
In der Region Nantes konnte sich der Gemüseanbau entwickeln, weil sich die sandigen, durchlässigen Alluvialböden gut dafür eigneten, die Stadt Nantes einen Absatzmarkt bot und die Loire das erforderliche Wasser und den geeigneten Sand lieferte. So wurde die Region führend im Anbau von Frühgemüse.