Vertaling van "andere de bestreden bepalingen verweten " (Nederlands → Duits) :

In het tweeëntwintigste tot vierentwintigste middel en in het zevenendertigste tot drieënveertigste middel in de zaak nr. 5354 wordt onder andere de bestreden bepalingen verweten artikel 191 van de Grondwet te schenden.
Im zweiundzwanzigsten bis vierundzwanzigsten Klagegrund und im siebenunddreißigsten bis dreiundvierzigsten Klagegrund in der Rechtssache Nr. 5354 wird unter anderem bemängelt, dass die angefochtenen Bestimmungen gegen die Artikel 191 der Verfassung verstießen.

Bij de beoordeling van het belang om in fiscale aangelegenheden in rechte op te treden, dient immers rekening te worden gehouden, enerzijds, met de draagwijdte van de bestreden bepalingen en met de specifieke categorieën van belastingplichtigen die met die bepalingen worden beoogd en, anderzijds, met de bijzondere situatie van die belastingplichtigen die, vanuit het oogpunt van de met de bestreden bepalingen nagestreefde doelstellingen, zich fundamenteel kunnen onderscheiden van de andere categorieën van belastingplichtigen.
Bei der Beurteilung des Interesses an einer Klage in Steuerangelegenheiten sind nämlich einerseits die Tragweite der angefochtenen Bestimmungen und die spezifischen Kategorien von Steuerpflichtigen im Sinne dieser Bestimmungen und andererseits die besondere Situation dieser Steuerpflichtigen zu berücksichtigen, die sich hinsichtlich der Ziele der angefochtenen Bestimmungen grundlegend von den anderen Kategorien von Steuerpflichtigen unterscheiden können.

Uit de in B.2 aangehaalde parlementaire voorbereiding van de wet van 26 oktober 2015 blijkt dat de bestreden bepalingen ertoe strekken de artikelen van de wet van 4 april 2014 « betreffende de verzekeringen » die betrekking hebben op de procedure en de voorwaarden voor inschrijving van verzekerings- en herverzekeringstussenpersonen, in overeenstemming te brengen met de analoge bepalingen van de wet van 27 maart 1995 « betreffende de verzekerings- en herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen », zoals ingevoegd bij de artikelen 27 tot 31 van de wet van 19 april 2014 « houdende invoeging van boek VII ' Betalings- en kredietdiensten ' in het Wetboek van economisch recht, houdende invoeging van de definities eigen aan boek VII en van de straffen voor de inbreuken op boek VII, in de boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht en houdende diverse andere bepalingen ».
Aus den in B.2 zitierten Vorarbeiten zum Gesetz vom 26. Oktober 2015 geht hervor, dass die angefochtenen Bestimmungen dazu dienen, die Artikel des Gesetzes vom 4. April 2014 « über die Versicherungen », die sich auf das Verfahren und die Bedingungen für die Eintragung von Versicherungs- und Rückversicherungsvermittlern beziehen, mit den analogen Bestimmungen des Gesetzes vom 27. März 1995 « über die Versicherungs- und Rückversicherungsvermittlung und den Vertrieb von Versicherungen », eingefügt durch die Artikel 27 bis 31 des Gesetzes vom 19. April 2014 « zur Einfügung von Buch VII ' Zahlungs- und Kreditdienste ' in das Wirtschaftsgesetzbuch, zur Einfügung der Buch VII eigenen Begriffsbestimmungen und der Strafen in Bezug auf Verstöße gegen Buch VII in die Bücher I und XV des Wirtschaftsgesetzbuches und zur Festlegung verschiedener anderer Bestimmungen », in Einklang zu bringen.

Ten aanzien van de door de beide verzoekende partijen verweten schending van het bij artikel 143, § 1, van de Grondwet gewaarborgde beginsel van de federale loyauteit, maken, om dezelfde redenen als die welke in B.10.4 zijn vermeld, de bestreden bepalingen de uitoefening van de bevoegdheden van de gewestwetgevers niet onmogelijk of overdreven moeilijk.
In Bezug auf die durch die beiden klagenden Parteien bemängelte Verletzung des durch Artikel 143 § 1 der Verfassung gewährleisteten Grundsatzes der föderalen Loyalität machen die angefochtenen Bestimmungen aus den gleichen Gründen, wie sie in B.10.4 dargelegt wurden, die Ausübung der Zuständigkeiten der Regionalgesetzgeber nicht unmöglich oder übermäßig schwierig.

Door artikel 180, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 1992) op te heffen, schaft het bestreden artikel 17 van de wet de automatische niet-onderwerping van de intercommunales, de samenwerkingsverbanden en de projectverenigingen aan de vennootschapsbelasting af, terwijl de andere bestreden bepalingen de gevolgen regelen van de overgang ervan van de rechtspersonenbelasting naar de vennootschapsbelasting.
2 und 5 allein (Rechtssache Nr. 6237) des Programmgesetzes vom 19. Dezember 2014. Die Aufhebung von Artikel 180 Nr. 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 (EStGB 1992) durch den angefochtenen Artikel 17 des Gesetzes bewirkt, dass die automatische Befreiung der Interkommunalen, der Zusammenarbeitsverbände und der Projektvereinigungen von der Gesellschaftssteuer abgeschafft wird, wobei die anderen angefochtenen Bestimmungen die Folgen ihres Übergangs von der Steuer der juristischen Personen zur Gesellschaftssteuer regeln.

In meerdere middelen wordt de bestreden bepalingen verweten artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, te schenden.
In mehreren Klagegründen wird bemängelt, dass die angefochtenen Bestimmungen gegen Artikel 22 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, verstießen.

Daarnaast wordt de bestreden bepalingen verweten niet te voorzien in de toepassing van artikel 458 van het Strafwetboek op de bemiddelaar.
Darüber hinaus wird bemängelt, dass die angefochtenen Bestimmungen nicht die Anwendung von Artikel 458 des Strafgesetzbuches auf den Vermittler vorsähen.

Anderzijds wordt de bestreden bepalingen verweten dat zij op een zowel onverantwoorde (tweede middel) als discriminerende (derde middel) wijze afbreuk doen aan het eigendomsrecht dat gewaarborgd is bij artikel 16 van de Grondwet en bij artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
Andererseits wird den angefochtenen Bestimmungen vorgeworfen, dass sie auf sowohl ungerechtfertigte (zweiter Klagegrund) als auch diskriminierende Weise (dritter Klagegrund) dem durch Artikel 16 der Verfassung und durch Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleisteten Eigentumsrecht Abbruch täten.

In de aangevoerde middelen wordt de bestreden bepalingen, enerzijds, een schending verweten van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, op zich en in samenhang gelezen met andere grondwetsbepalingen, met bepalingen van internationaal recht en met algemene rechtsbeginselen, en wordt hun, anderzijds, een schending verweten van de regels die de onderscheiden bevoegdheid bepalen van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten.
In den vorgebrachten Klagegründen wird den angefochtenen Bestimmungen einerseits ein Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich sowie in Verbindung mit anderen Verfassungsbestimmungen, mit internationalrechtlichen Bestimmungen und mit allgemeinen Rechtsgrundsätzen, und andererseits ein Verstoss gegen die Vorschriften zur Bestimmung der jeweiligen Zuständigkeiten von Staat, Gemeinschaften und Regionen zum Vorwurf gemacht.