Blijkens de in B.17.5 vermelde parlementaire voorbereiding ging de wetgever ervan uit dat de individuele door de Koning verleende vergunningen tot exploitatie en tot elektriciteitsproductie in voorkomend geval aan de procedures inzake milieueffectrapportering en inspraak van het publiek moeten worden onderworpen, overeenkomstig de relevante bepalingen van het ARBIS.
Gemäß den in B.17.5 angeführten Vorarbeiten war der Gesetzgeber der Auffassung, dass die durch den König erteilten individuellen Genehmigungen zum Betrieb und zur Stromerzeugung gegebenenfalls den Verfahren bezüglich der Bewertung der Umweltauswirkungen und der Beteiligung der Öffentlichkeit gemäß den relevanten Bestimmungen der AOSIS unterzogen werden müssen.