V. overwegende dat eenoudergezinnen kwetsbaarder zijn voor armoede en de reproductie van armoede dan tweeoudergezinnen; overwegende dat volgens de meest recente beschikbare gegevens in 2006 32% van de eenoudergezinnen in de EU-25 door armoede werden bedreigd, terwijl dat cijfer bij tweeoudergezinnen met kinderen slechts 12% bedroeg;
V. in der Erwägung, dass Ein-Eltern-Haushalte einem größeren Armutsrisiko und einem größeren Risiko der Reproduktion von Armut ausgesetzt sind als Zwei-Eltern-Haushalte; in der Erwägung, dass den neuesten verfügbaren Daten für 2006 zufolge 32% der Ein-Eltern-Haushalte in der EU-25 einem Armutsrisiko ausgesetzt waren verglichen mit 12% der Ehepaare mit Kindern;