Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «arrest nr 143 2007 » (Néerlandais → Allemand) :

Bij zijn arrest nr. 143/2016 van 17 november 2016 heeft het Hof zich uitgesproken over de bestaanbaarheid van artikel 2bis van de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering en van de artikelen 508/1 en 508/13 van het Gerechtelijk Wetboek met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6.3, c), van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.

In seinem Entscheid Nr. 143/2016 vom 17. November 2016 hat der Gerichtshof sich zur Vereinbarkeit des Artikels 2bis des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches und der Artikel 508/1 und 508/13 des Gerichtsgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 3 Buchstabe c) der Europäischen Menschenrechtskonvention geäußert.


Rekening houdend met hetgeen voorafgaat, dient de zaak naar de verwijzende rechter te worden teruggezonden teneinde het hem mogelijk te maken te oordelen of de prejudiciële vraag, in het licht van arrest nr. 143/2016, nog een antwoord behoeft.

Unter Berücksichtigung des Vorstehenden ist die Rechtssache an den vorlegenden Richter zurückzuverweisen, damit er in die Lage versetzt wird, zu entscheiden, ob die Vorabentscheidungsfrage im Lichte des Entscheids Nr. 143/2016 noch einer Antwort bedarf.


Met betrekking tot de twee gestelde prejudiciële vragen heeft het Hof in zijn arrest nr. 143/2016 vervolgens geoordeeld :

In Bezug auf die zwei gestellten Vorabentscheidungsfragen hat der Gerichtshof in seinem Entscheid Nr. 143/2016 anschließend geurteilt:


Uittreksel uit arrest nr. 143/2016 van 17 november 2016

Auszug aus dem Entscheid Nr. 143/2016 vom 17. November 2016


Bij zijn arrest nr. 182/2008 van 18 december 2008 betreffende de beroepen tot vernietiging van de wet van 21 april 2007 heeft het Hof geoordeeld dat de fundamentele verschillen tussen het openbaar ministerie, dat in het belang van de maatschappij belast is met het onderzoek en de vervolging van misdrijven en de strafvordering uitoefent, en de burgerlijke partij, die haar eigen belang nastreeft, de niet-toepassing, ten laste van de Staat, van het systeem van de forfaitaire vergoeding waarin de wet van 21 april 2007 voorziet, konden verantwoorden.

In seinem Entscheid Nr. 182/2008 vom 18. Dezember 2008 über Klagen auf Nichtigerklärung des Gesetzes vom 21. April 2007 hat der Gerichtshof geurteilt, dass die grundsätzlichen Unterschiede zwischen der Staatsanwaltschaft, die im Interesse der Gesellschaft mit der Untersuchung und der Verfolgung von Straftaten beauftragt ist und die Strafverfolgung ausübt, und der Zivilpartei, die ihre persönlichen Interessen verteidigt, die Nichtanwendung der im Gesetz vom 21. April 2007 vorgesehenen Regelung der pauschalen Entschädigung zu Lasten des Staates rechtfertigen konnten.


Bovendien, zoals het Hof reeds erop heeft gewezen in zijn arrest nr. 87/2007 van 20 juni 2007 in verband met hetzelfde artikel 127 van het WWROSPE, blijft de uitreiking van de vergunningen in beginsel onderworpen aan de regels die van toepassing zijn op de betrokken gebieden.

Außerdem, wie der Gerichtshof bereits in seinem Entscheid Nr. 87/2007 vom 20. Juni 2007 in Verbindung mit demselben Artikel 127 des WGBRSEE angeführt hat, unterliegt die Erteilung der Genehmigungen weiterhin grundsätzlich den in den betreffenden Gebieten geltenden Regeln.


Het Hof heeft op vergelijkbare wijze, bij het arrest nr. 170/2003 van 17 december 2003 (met betrekking tot de artikelen 32, 2°, en 46, § 2, in samenhang gelezen met artikel 792, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek), de arresten nrs. 166/2005 van 16 november 2005, 34/2006 van 1 maart 2006 en 43/2006 van 15 maart 2006 (alle drie met betrekking tot artikel 71 van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn), het arrest nr. 85/2007 van 7 juni 2007 (met betrekking tot artikel 39 van het ...[+++]

Der Gerichtshof hat auf ähnliche Weise in dem Entscheid Nr. 170/2003 vom 17. Dezember 2003 (in Bezug auf die Artikel 32 Nr. 2 und 46 § 2 in Verbindung mit Artikel 792 Absatz 2 des Gerichtsgesetzbuches), den Entscheiden Nrn. 166/2005 vom 16. November 2005, 34/2006 vom 1. März 2006 und 43/2006 vom 15. März 2006 (alle drei in Bezug auf Artikel 71 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren), dem Entscheid Nr. 85/2007 vom 7. Juni 2007 (in Bezug auf Artikel 39 des flämischen Dekrets vom 22. Dezember 1995 zur Festlegung von Bestimmungen zur Begleitung des Haushalts 1996, in der durch das Dekret vom 30. ...[+++]


Bij zijn arrest nr. 162/2007 van 19 december 2007, waaraan de verwijzende rechter refereert, heeft het Hof voor recht gezegd : « Artikel 371 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het bepaalt dat de beroepstermijn begint te lopen op de datum van verzending die voorkomt op het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat ».

In seinem Entscheid Nr. 162/2007 vom 19. Dezember 2007, auf den der vorlegende Richter Bezug nimmt, hat der Gerichtshof für Recht erkannt: « Artikel 371 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 verstößt gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er bestimmt, dass die Rechtsmittelfrist ab dem Datum des Versands, das auf dem Steuerbescheid angegeben ist, auf dem die Widerspruchsfrist vermerkt ist, läuft ».


Zoals het Hof eveneens bij zijn arrest nr. 5/2007 van 11 januari 2007 heeft geoordeeld, heeft de ontstentenis van een wettelijk vermoeden van toerekenbaarheid in artikel 67ter niet tot gevolg dat wordt verhinderd dat de verkeersovertredingen ten laste worden gelegd van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, aangezien die tenlastelegging dient te gebeuren door de rechter volgens de regels van het gemeen recht.

Wie der Gerichtshof in seinem Entscheid Nr. 5/2007 vom 11. Januar 2007 ebenfalls erkannt hat, hat das Fehlen einer gesetzlichen Vermutung der Zurechenbarkeit in Artikel 67ter nicht zur Folge, dass die Zurechnung von Verstößen im Bereich des Straßenverkehrs zu Lasten einer natürlichen Person oder einer juristischen Person unmöglich würde, da diese Zurechnung durch den Richter nach den gemeinrechtlichen Regeln vorgenommen werden muss.


Bij zijn arrest nr. 7/2011 van 27 januari 2011 heeft het Hof de artikelen 173, 3° en 4°, 200, 202 en 203 van die wet van 25 april 2007 vernietigd, rekening houdend met een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 oktober 2010 in de zaak C-222/08 naar aanleiding van een beroep van de Europese Commissie, alsook met een arrest van dezelfde datum in de zaak C-389/08 naar aanleiding van een prejudiciële vraag gesteld door het Hof bij zijn ...[+++]

In seinem Entscheid Nr. 7/2011 vom 27. Januar 2011 hat der Gerichtshof die Artikel 173 Nr. 3 und Nr. 4, 200, 202 und 203 dieses Gesetzes vom 25. April 2007 für nichtig erklärt, und zwar unter Berücksichtigung eines Urteils des Gerichtshofes der Europäischen Union vom 6. Oktober 2010 in der Rechtssache C-222/08 im Anschluss an eine Klage der Europäischen Kommission, sowie eines Urteils vom selben Datum in der Rechtssache C-389/08 im Anschluss an eine vom Verfassungsgerichtshof in dessen Zwischenentscheid Nr. 131/2008 vom 1. September 2008 gestellte Vorabentscheidungsfrage.




D'autres ont cherché : bij zijn arrest     arrest nr 143 2016     licht van arrest     zaak     arrest     uittreksel uit arrest     april     arrest nr 87 2007     bij het arrest     arrest nr 85 2007     arrest nr 162 2007     arrest nr 5 2007     zaak c-222 08     arrest nr 143 2007     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'arrest nr 143 2007' ->

Date index: 2022-06-03
w