In de rechtspraak wordt daarentegen geoordeeld dat een dergelijk subjectief recht in strafzaken en in tuchtzaken, krachtens artikel 1380, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 125 van het tarief in strafzaken, niet bestaat ten gunste van de personen op wie die bepalingen betrekking hebben.
Die Rechtsprechung hingegen gehe davon aus, in Straf- und Disziplinarsachen bestehe gemäss Absatz 2 von Artikel 1380 des Gerichtsgesetzbuches und von Artikel 125 des Strafsachentarifs ein solches subjektives Recht nicht zugunsten der Personen, die diese Bestimmungen beträfen.