Traduction de «artikel 39 81 eerste » (Néerlandais → Allemand) :

Wanneer een vreemdeling een annulatieberoep instelt dat volgens de in artikel 39/81 van de wet van 15 december 1980 beschreven procedure wordt behandeld, zendt de griffier van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen « onverwijld een afschrift van het beroep aan de verwerende partij » (artikel 39/71, in samenhang gelezen met artikel 39/81, eerste lid, eerste streepje, van de wet van 15 december 1980).
Wenn ein Ausländer eine Nichtigkeitsklage einreicht, die nach dem in Artikel 39/81 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 beschriebenen Verfahren geprüft wird, übermittelt der Greffier des Rates für Ausländerstreitsachen « sofort der beklagten Partei [...] eine Abschrift der Beschwerde » (Artikel 39/71 in Verbindung mit Artikel 39/81 Absatz 1 erster Gedankenstrich des Gesetzes vom 15. Dezember 1980).

In de interpretatie die de verwijzende rechter aan de toetsing van het Hof heeft voorgelegd, zou artikel 35, § 2, eerste lid, 1°, van het fiscaal decreet van 22 maart 2007 aan de administratie de bevoegdheid verlenen om op discretionaire wijze te beslissen ofwel de derde die het afval heeft achtergelaten, op grond van artikel 39 van het decreet, ofwel de eigenaar van het terrein waar het afval zich bevindt, op grond van artikel 35 van het decreet, te belasten.
In der Auslegung, die der vorlegende Richter dem Gerichtshof zur Prüfung unterbreitet hat, würde durch Artikel 35 § 2 Absatz 1 Nr. 1 des Steuerdekrets vom 22. März 2007 der Verwaltung die Befugnis erteilt, nach eigenem Ermessen darüber zu entscheiden, ob entweder der Dritte, der die Abfälle zurückgelassen hat, auf der Grundlage von Artikel 39 des Dekrets oder der Eigentümer des Geländes, auf dem die Abfälle sich befinden, aufgrund von Artikel 35 des Dekrets besteuert würde.

Het Hof wordt verzocht de bestaanbaarheid na te gaan van artikel 35, § 2, eerste lid, 1°, van het voormelde fiscaal decreet van 22 maart 2007 met de artikelen 10, 11, 170 en 172 van de Grondwet, in die interpretatie dat het zou toelaten de belasting op afvalbezit toe te passen op de eigenaar van het terrein waar zich afval bevindt dat door een derde is achtergelaten, wanneer die derde, hoewel die is geïdentificeerd, niet is belast met toepassing van de artikelen 39 en 40 van hetzelfde decreet.
Der Gerichtshof wird gebeten, die Vereinbarkeit von Artikel 35 § 2 Absatz 1 Nr. 1 des vorerwähnten Steuerdekrets vom 22. März 2007 mit den Artikeln 10, 11, 170 und 172 der Verfassung zu prüfen, ausgelegt in dem Sinne, dass es dadurch möglich sei, die Abgabe auf den Besitz von Abfällen dem Eigentümer des Geländes aufzuerlegen, auf dem sich Abfälle befänden, die von einem Dritten dort zurückgelassen worden seien, wenn dieser Dritte zwar identifiziert, aber nicht in Anwendung der Artikel 39 und 40 desselben Dekrets besteuert worden sei.

1. « Schendt artikel 35, § 2, eerste lid, 1°, van het decreet van 22 maart 2007 tot bevordering van afvalpreventie en -valorisatie in het Waalse Gewest en tot wijziging van het decreet van 6 mei 1999 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillen inzake de directe gewestelijke belastingen, zo geïnterpreteerd dat het toelaat de belasting op afvalbezit toe te passen op de eigenaar van een terrein waar afvalstoffen zijn opgeslagen die zijn achtergelaten door een derde die is geïdentificeerd maar niet is belast met toepassing van de artikelen 39 en 44 [lees : 40] van datzelfde decreet, de artikelen 10, 11, 170 en 172 van de Grondwet ?
1. « Verstößt Artikel 35 § 2 Absatz 1 Nr. 1 des Dekrets vom 22. März 2007 zur Förderung der Vermeidung und der Verwertung von Abfällen in der Wallonischen Region und zur Abänderung des Dekrets vom 6. Mai 1999 über die Festsetzung, die Beitreibung und die Streitsachen bezüglich der regionalen direkten Abgaben, dahin ausgelegt, dass er es ermöglicht, die Abgabe für den Besitz von Abfällen auf den Eigentümer eines Geländes anzuwenden, auf dem Abfälle, die von einem identifizierten, aber nicht in Anwendung der Artikel 39 und 44 [zu lesen ist: 40] desselben Dekrets besteuerten Dritten zurückgelassen wurden, gelagert sind, gegen die Artikel 10, 11, 170 und 172 der Verfassung?

In die zin geïnterpreteerd dat de belasting op afvalbezit ten laste kan worden gelegd van de eigenaar van een terrein waar het in het geding zijnde afval is achtergelaten door een geïdentificeerde derde, die had moeten worden belast met toepassing van de artikelen 39 en 40 van het fiscaal decreet van 22 maart 2007, terwijl dat niet is gebeurd, is artikel 35, § 2, eerste lid, 1°, van dat decreet niet bestaanbaar met de artikelen 170 en 172 van de Grondwet.
Ausgelegt in dem Sinn, dass die Abgabe auf den Besitz von Abfällen dem Eigentümer eines Geländes, auf dem die betreffenden Abfälle durch einen identifizierten Dritten zurückgelassen wurden, der in Anwendung der Artikel 39 und 40 des Steuerdekrets vom 22. März 2007 hätte besteuert werden müssen, aber nicht besteuert wurde, auferlegt werden kann, ist Artikel 35 § 2 Absatz 1 Nr. 1 dieses Dekrets nicht vereinbar mit den Artikeln 170 und 172 der Verfassung.

Wanneer een vreemdeling een annulatieberoep instelt dat volgens de in artikel 39/81 van de wet van 15 december 1980 beschreven procedure wordt behandeld, zendt de griffier van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen « onverwijld een afschrift van het beroep aan de verwerende partij » (artikel 39/71, in samenhang gelezen met artikel 39/81, eerste lid, eerste streepje, van de wet van 15 december 1980).
Wenn ein Ausländer eine Nichtigkeitsklage einreicht, die nach dem in Artikel 39/81 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 beschriebenen Verfahren geprüft wird, übermittelt der Greffier des Rates für Ausländerstreitsachen « sofort der beklagten Partei [ [ 00bc ] ] eine Abschrift der Beschwerde » (Artikel 39/71 in Verbindung mit Artikel 39/81 Absatz 1 erster Gedankenstrich des Gesetzes vom 15. Dezember 1980).

Wat de andere in dezelfde bepaling bedoelde annulatieberoepen betreft, beschikt dat rechtscollege over twee maanden om zijn arrest te wijzen (artikel 39/81, eerste lid, zesde streepje, in samenhang gelezen met artikel 39/76, § 3, van de wet van 15 december 1980).
Für die anderen Nichtigkeitsklagen im Sinne derselben Bestimmung verfügt dieses Rechtsprechungsorgan über zwei Monate, um seinen Entscheid zu erlassen (Artikel 39/81 Absatz 1 sechster Gedankenstrich in Verbindung mit Artikel 39/76 § 3 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980).

« In artikel 39/81, eerste lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 15 september 2006 en gewijzigd bij de wetten van 4 mei 2007, 23 december 2009 en 29 december 2010, worden de woorden ' - 39/76, § 3, eerste lid; ' vervangen door de woorden ' - 39/76, § 3, eerste lid, met uitzondering van de beroepen inzake de beslissingen vermeld in de artikelen 57/6, eerste lid, 2° en 57/6/1 die overeenkomstig artikel 39/76, § 3, tweede lid, worden behandeld; ' ».
« In Artikel 39/81 Absatz 1 desselben Gesetzes, eingefügt durch das Gesetz vom 15. September 2006 und abgeändert durch die Gesetze vom 4. Mai 2007, 23. Dezember 2009 und 29. Dezember 2010, werden die Wörter ' - 39/76 § 3 Absatz 1 ' durch die Wörter ' - 39/76 § 3 Absatz 1 mit Ausnahme der Beschwerden in Bezug auf die in den Artikeln 57/6 Absatz 1 Nr. 2 und 57/6/1 erwähnten Beschlüsse, die gemäß Artikel 39/76 § 3 Absatz 2 behandelt werden ' ersetzt ».

De bescherming van de schoolcijfers is vanaf de dag van de beslissing vermeld in artikel 93.40, eerste lid, hoogstens geldig voor het lopende schooljaar en het daaropvolgende schooljaar en kan op basis van een aanvraag als vermeld in artikel 93.39, § 2 of § 3, voor telkens twee schooljaren verlengd worden.
Der Notenschutz ist ab dem Tag der in Artikel 93.40 Absatz 1 angeführten Entscheidung höchstens für das laufende Schuljahr und das darauffolgende Schuljahr gültig und kann auf den in Artikel 93.39 § 2 oder § 3 angeführten Antrag für jeweils zwei Schuljahre verlängert werden.

Artikel 39/73-1 is echter ook van toepassing op de annulatieberoepen, met toepassing van artikel 39/81, eerste lid, van de wet van 15 december 1980, gewijzigd bij artikel 44 van de bestreden wet.
Artikel 39/73-1 findet jedoch ebenfalls Anwendung auf Nichtigkeitsbeschwerden in Anwendung von Artikel 39/81 Absatz 1 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, abgeändert durch Artikel 44 des angefochtenen Gesetzes.