In dat verband vermeldt de parlementaire voorbereiding van de wet van 28 november 2000 inzake informaticacriminaliteit, die artikel 88ter heeft ingevoerd in het Wetboek van strafvordering : « De grens voor het uitoefenen van deze nieuwe bevoegdheid wordt gevormd door de toegangsbevoegdheid van de personen die bevoegd zijn voor het gebruik van het informaticasysteem dat het voorwerp uitmaakt van de zoeking. De maatregel gaat inderdaad niet zo ver dat de overheid gerechtigd zou worden om onbeperkt alle systemen die mogelijk met het onderzochte computersysteem in verbinding staan of kunnen gebracht worden, te doorzoeken.
In diesem Zusammenhang heißt es in den Vorarbeiten zum Gesetz vom 28. November 2000 über Computerkriminalität, mit dem Artikel 88ter in das Strafprozessgesetzbuch eingefügt wurde: « Die Grenze für die Ausübung dieser neuen Befugnis besteht in der Zugangsbefugnis der Personen, die zur Nutzung des Datenverarbeitungssystems befugt sind, das Gegenstand der Suche ist.