In tegenstelling tot wat de verzoekende partijen aanvoeren, voorziet artikel 17, eerste lid, niet in de « automatische » afgifte van de vergunning tot het voorhanden hebben van een wapen, maar voorziet het alleen in de kosteloosheid ervan, zoals artikel 18, 2°, van de bestreden wet bevestigt, dat bepaalt dat de vergunning tot het voorhanden hebben van een wapen kan worden geweigerd aan een persoon bedoeld in artikel 17, met inbegrip van diegenen die in het eerste lid van artikel 17 worden bedoeld, wier wapen vergunningsplichtig wordt op grond van een koninklijk besluit genomen ter uitvoering van artikel 3, § 3, 2°.
Im Gegensatz zu den Darlegungen der klagenden Parteien sieht Artikel 17 Absatz 1 keine « automatische » Erteilung der Waffenbesitzerlaubnis vor, sondern lediglich die kostenlose Erteilung, wie Artikel 18 Nr. 2 des angefochtenen Gesetzes bestätigt, der vorsieht, dass die Waffenbesitzerlaubnis einer Person im Sinne von Artikel 17, einschliesslich derjenigen im Sinne von Absatz 1 des Artikels 17, deren Waffe erlaubnispflichtig wird aufgrund eines königlichen Erlasses zur Ausführung von Artikel 3 § 3 Nr. 2, verweigert werden kann.