37. adviseert dat wederzijdse beoordeling als een flexibel instrument per geval moet worden gebruikt; adviseert dat op een gerichte manier wordt voorgesteld het hulpmiddel op te nemen in welbepaalde richtlijnen met een horizontaal karakter waarvoor vele omzettingsmaatregelen nodig zijn en die lidstaten een ruime mate van autonomie geven; stelt bovendien een gericht gebruik van het proces van wederzijdse beoordeling voor, waarbij alleen de belangrijkste bepalingen van een richtlijn worden onderworpen aan de procedure;
37. empfiehlt, die gegenseitige Evaluierung je nach Sachlage als „flexibles Instrument“ einzusetzen; schlägt vor, das Instrument gezielt für ausgewählte Richtlinien mit horizontalem Charakter einzuplanen, die zahlreiche Maßnahmen zur Umsetzung in nationales Recht einschließen und den Mitgliedstaaten einen breiten Ermessensspielraum lassen; schlägt ferner einen gezielten Einsatz der gegenseitigen Evaluierung dergestalt vor, dass nur wichtige Bestimmungen einer Richtlinie dem Verfahren unterzogen werden;