4. Als de officiële dierenarts bij de verrichting van een antemortem- of postmortemkeuring of enige andere inspectie-activiteit een vermoeden krijgt van de aanwezigheid van een op lijst A of lijst B van het OIE voorkomende ziekteverwekker, stelt hij de bevoegde autoriteit daarvan onmiddellijk in kennis en nemen beiden, overeenkomstig de communautaire wetgeving, de nodige maatregelen en voorzorgen om verspreiding van de ziekteverwekker te voorkomen.
4. Gelangt der amtliche Tierarzt bei der Schlachttier- oder Fleischuntersuchung oder einer anderen Inspektionstätigkeit zu dem Verdacht, dass ein Krankheitserreger der Liste A bzw. der Liste B des OIE vorliegt, so hat er dies unverzüglich der zuständigen Behörde zu melden und beide haben alle notwendigen Maßnahmen und Vorkehrungen nach geltendem Gemeinschaftsrecht zu treffen, um die mögliche Ausbreitung des Krankheitserregers zu verhindern.