Om die reden hebben de Duitse autoriteiten uiteindelijk geweigerd Brita in aanmerking te laten komen voor de preferentiële regeling, op grond dat niet onomstotelijk kon worden vastgesteld dat de geïmporteerde goederen binnen het toepassingsgebied van de overeenkomst EG-Israël vielen.
Daher lehnten es die deutschen Behörden schließlich ab, Brita die Zollpräferenz zu gewähren, weil nicht zweifelsfrei habe festgestellt werden können, dass die eingeführten Waren in den Anwendungsbereich des Abkommens EG-Israel fielen.