Voor rasterverwijzing in regio’s buiten het Europese vasteland kunnen de lidstaten hun eigen raster definiëren gebaseerd op een geodetisch coördinaatreferentiesysteem dat compatibel is met het ITRS en een Lambert Azimuthal Equal Area-projectie, waarbij dezelfde principes worden gevolgd zoals vermeld voor het raster gespecificeerd in paragraaf 2.2.1.
Für Gitterreferenzen in Regionen außerhalb Kontinentaleuropas können die Mitgliedstaaten eigene Gitter bestimmen, die auf einem geodätischen Koordinatenreferenzsystem basieren, das dem ITRS und der Lambertschen flächentreuen Azimutalprojektion sowie den für das in Abschnitt 2.2.1 beschriebene Gitter dargelegten Grundsätzen entspricht.