De alinea's 21A en B33A, B33B en B33C zijn niet op de verwerving van een belang in een gezamenlijke bedrijfsactiviteit van toepassing wanneer de uiteindelijke zeggenschap over de partijen die de gezamenlijke zeggenschap delen, met inbegrip van de entiteit die het belang in de gezamenlijke bedrijfsactiviteit verwerft, zowel voor als na de verwerving door dezelfde partij of partijen wordt uitgeoefend, en die zeggenschap niet tijdelijk is.
Die Paragraphen 21A und B33A–B33C gelten nicht für den Erwerb eines Anteils an einer gemeinschaftlichen Tätigkeit, wenn die Parteien, die gemeinschaftlich die Führung ausüben, einschließlich des Unternehmens, das den Anteil an der gemeinschaftlichen Tätigkeit erwirbt, sowohl vor als auch nach dem Erwerb alle von derselben Partei oder denselben Parteien beherrscht werden und diese Beherrschung nicht vorübergehender Natur ist.