3. wijst erop dat in het Noordpoolgebied levende soorten en maatschappijen uiterst gespecialiseerde aanpassingen hebben ontwikkeld aan de barre omstandigheden in de Poolstreken, waardoor zij bijzonder kwetsbaar zijn voor ingrijpende veranderingen van deze omstandigheden; is uiterst verontrust over walrussen, ijsberen, zeehonden en andere in zee levende zoogdieren die van het zee-ijs afhankelijk zijn voor hun rust, voedsel, jacht en voortplanting, en die in bijzondere mate worden bedreigd door de klimaatverandering;
3. betont, dass die Arten und die menschlichen Gesellschaften im Arktischen Raum hochspezialisierte Techniken der Anpassung an die harten Lebensbedingungen im Polargebiet erreicht haben, sodass sie extrem empfindlich gegenüber ausgeprägten Veränderungen dieser Bedingungen sind; hegt erhebliche Sorgen um Walrösser, Eisbären, Robben und andere Meeressäuger, die zum Ausruhen sowie zur Ernährung, Jagd und Aufzucht von Jungen Meereis brauchen und die durch den Klimawandel besonders gefährdet sind;