De Raad betoogt dat het Gerecht ten onrechte heeft geoordeeld dat de afschaffing van de eerdere antidumpingrechten op beddenlinnen uit Pakistan en de tenuitvoerlegging van een stelsel van algemene tariefpreferenties ten gunste van Pakistan begin 2002 dienden te worden aangemerkt als „andere factoren” in de zin van artikel 3, lid 7, van de basisverordening.
Der Rat macht geltend, das Gericht habe zu Unrecht befunden, dass die Aufhebung der vorherigen Antidumpingzölle auf Bettwäsche aus Pakistan und die Umsetzung eines Schemas allgemeiner Zollpräferenzen zugunsten von Pakistan Anfang 2002 „andere Faktoren“ im Sinne von Art. 3 Abs. 7 der Grundverordnung dargestellt hätten.