2. Indien een lidstaat van oordeel is dat de in lid 1 bedoelde Uniemaatregelen niet tijdig worden genomen of kunnen worden genomen om het in dat lid bedoelde risico te beperken, kan hij tijdelijke maatregelen nemen om zijn grondgebied tegen het onmiddellijke gevaar te beschermen.
(2) Ist der Mitgliedstaat der Ansicht, dass die Unionsmaßnahmen gemäß Absatz 1 nicht so rechtzeitig ergriffen werden bzw. ergriffen werden können, dass das in jenem Absatz genannte Risiko gemindert wird, so kann er befristete Maßnahmen zum Schutz seines Gebiets vor der unmittelbaren Gefahr ergreifen.