4. De openstelling van het programma voor de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde Europese derde landen wordt afhankelijk gesteld van een voorafgaand onderzoek naar de verenigbaarheid van hun nationale wetgeving met het acquis communautaire, met inbegrip van artikel 6, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 89/552/EEG van de Raad.
(4) Die Öffnung des Programms für die unter die Absätze 1, 2 und 3 fallenden europäischen Drittländer wird von einer vorherigen Untersuchung der Vereinbarkeit ihrer nationalen Rechtsvorschriften mit dem gemeinschaftlichen Besitzstand, einschließlich des Artikels 6 Absatz 1 Unterabsatz 2 der Richtlinie 89/552/EWG des Rates, abhängig gemacht.