22. stelt zich op het standpunt dat het initiatief om definitief met wijnbouw te stoppen bij de producent moet liggen met dien verstande dat de lidstaten de mogelijkheid moeten hebben
om een definitieve bedrijfsbeëindiging goed te keuren of af te wijzen op grond van nationale en/of regionale ecologische en sociale criteria die in overeenstemming zijn met objectieve vooraf op communautair niveau vastgestelde voorwaarden; vindt dat moet worden vastgelegd dat elke lidstaat of elke regio een flexibele toegestane maximumgrens kan stellen voor het rooien van wijnstokken en mag bepalen welke wijnsoorten voorrang krijgen binnen het rooiprogramm
...[+++]a;
22. ist der Auffassung, dass die Initiative zur endgültigen Aufgabe von Flächen bei den Erzeugern liegen sollte, unter der Voraussetzung, dass die Mitgliedstaaten diese endgültige Aufgabe auf der Grundlage nationaler und/oder regionaler ökologischer und sozialer Kriterien genehmigen oder ablehnen können, die im Voraus auf Gemeinschaftsebene festgelegten objektiven Bedingungen entsprechen; hält es für wichtig, dass jeder Mitgliedstaat bzw. jede Region eine flexible Höchstgrenze für Rodungen je Region festlegen kann und die Möglichkeit hat, die Weinkategorien auszuwählen, denen im Rodungsprogramm Priorität eingeräumt wird;