Traduction de «begint de derde » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

derde beslagene | derde-beslagene
Drittgepfändeter

derde actieprogramma voor de Unie op het gebied van gezondheid (2014-2020) | derde gezondheidsprogramma (2014-2020) | derde meerjarig actieprogramma van de EU op het gebied van gezondheid | Gezondheid voor groei
drittes Aktionsprogramm der Union im Bereich der Gesundheit (2014-2020) | Drittes Gesundheitsprogramm (2014–2020) | drittes mehrjähriges Aktionsprogramm der Union im Bereich der Gesundheit | Programm Gesundheit für Wachstum

mediterrane derde landen [ derde landen rond de Middellandse Zee ]
Mittelmeeranrainerstaaten ohne EG-Staaten [ Drittländer im Mittelmeerraum ]

derde loket | derde raam | derde venster | third window
dritter Schalter

derde doorreisland | derde land van doorvoer | derde transitland
Transit-Drittland

overeenkomst (EU) [ EG-overeenkomst | EU-overeenkomst | internationale EU-overeenkomst | internationale overeenkomst (EU) | overeenkomst EG-derde landen | overeenkomst EU/derde landen | overeenkomst van de Europese Unie ]
Abkommen (EU) [ Abkommen der Europäischen Union | Abkommen EG-Drittländer | Abkommen EU - Drittstaaten | Abkommen mit der EG | internationales Abkommen (EU) | Vertrag mit der EG ]

ontwikkelingsland [ Derde Wereld | Derde-Wereldland ]
Entwicklungsland [ armes Land | dritte Welt | Land der Dritten Welt ]

belanghebbende derde
Interesse habender Dritter

verzekering ten behoeve van een derde
Versicherung für fremde Rechnung

derde
Dritter

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Een onderhandelingsperiode van vijf werkdagen begint de derde werkdag na de dag waarop de aangetekende brieven werden verzonden, met toepassing van artikel 5, § 1, van de wet.
Gemäß Artikel 5 § 1 des Gesetzes beginnt eine Verhandlungsperiode von fünf Werktagen am dritten Werktag nach dem Tag, an dem die Einschreibebriefe versandt worden sind.

3. is van mening dat het redden van levens in de Middellandse Zee begint in derde landen en dringt aan op betere en efficiëntere samenwerking tussen de EU en derde landen, teneinde een herhaling van de gebeurtenissen zoals die voor de kust van Lampedusa te voorkomen;
3. vertritt die Auffassung, dass die Lebensrettung im Mittelmeer in den Drittländern beginnt, und fordert eine bessere, wirksamere Zusammenarbeit zwischen der EU und den Drittländern, damit sich solche Vorkommnisse wie die vor Lampedusa nicht wiederholen;

T. overwegende dat de EU in haar betrekkingen met derde landen samenwerking op het gebied van de IOO-visserij en de naleving van de desbetreffende bepalingen als voorwaarde stelt voor de sluiting van partnerschapsovereenkomsten inzake visserij; dat in artikel 38, lid 9 van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad inzake de bestrijding van IOO-visserij staat dat de Commissie geen onderhandelingen begint om bilaterale visserijovereenkomsten of partnerschapsovereenkomsten inzake visserij te sluiten met niet-meewerkende derde landen;
T. in der Erwägung, dass die EU die Zusammenarbeit und die Einhaltung der Vorschriften im Bereich der IUU-Fischerei in ihren Beziehungen zu Drittländern zur Voraussetzung für den Abschluss von partnerschaftlichen Fischereiabkommen erhoben hat; in der Erwägung, dass nach Artikel 38 Absatz 9 der Verordnung (EG) Nr. 1005/2008 über die Unterbindung der illegalen, nicht gemeldeten und unregulierten Fischerei gilt, dass die Kommission mit Drittländern, die in dieser Hinsicht nicht kooperieren, keine Verhandlungen über den Abschluss solcher Partnerschaftsabkommen führt;

« Schendt de bepaling van art. 40, tweede lid [lees : derde lid], van de taalwet gerechtszaken van 15 juni 1935 in samenhang met art. 57 Gerechtelijk Wetboek en art. 6 en art. 11, § 3, van de bijzondere ontslagregelingswet personeelsafgevaardigden van 19 maart 1991 de artt. 10 en 11 van de Grondwet en art. 6.1 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, in de interpretatie dat de termijn voor het betekenen van een nieuwe dagvaarding op grond van art. 40, tweede lid [lees : derde lid], van de taalwet gerechtszaken, begint te lopen op de datum van de uitspraak van de nietigverklaring van de oorspronkelijke dagvaarding wegens schending van die wet, terwijl art. 11, § 3, van de wet van 19 maart 1991 bepaalt dat alle arresten ter kennis worden gebracht uiterlijk drie werkdagen na de uitspraak en de termijn voor het instellen van een voorziening slechts begint te lopen vanaf de kennisgeving van het arrest, overeenkomstig art. 57 Gerechtelijk Wetboek ?
« Verstösst die Bestimmung von Artikel 40 Absatz 2 [zu lesen ist: Absatz 3] des Gesetzes vom 15. Juni 1935 über den Sprachengebrauch in Gerichtsangelegenheiten in Verbindung mit Artikel 57 des Gerichtsgesetzbuches und den Artikeln 6 und 11 § 3 des Gesetzes vom 19. März 1991 zur Einführung einer besonderen Kündigungsregelung für die Vertreter des Personals in den Betriebsräten und Ausschüssen für Arbeitssicherheit, Betriebshygiene und Verschönerung der Arbeitsplätze und für die Kandidaten für diese Ämter gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention, dahingehend ausgelegt, dass die Frist für die Notifizierung einer neuen Ladung aufgrund von Artikel 40 Absatz 2 [zu lesen ist: Absatz 3] des Gesetzes über den Sprachengebrauch in Gerichtsangelegenheiten an dem Datum einsetzt, an dem die Nichtigerklärung der ursprünglichen Ladung wegen Verletzung dieses Gesetzes ausgesprochen wird, während Artikel 11 § 3 des Gesetzes vom 19. März 1991 bestimmt, dass sämtliche Entscheide spätestens am dritten Werktag nach der Verkündung notifiziert werden, und die Beschwerdefrist gemäss Artikel 57 des Gerichtsgesetzbuches erst ab der Notifizierung des Entscheids läuft?

2. Indien een lidstaat onderhandelingen begint met een derde land om een bestaande intergouvernementele overeenkomst te wijzigen of een nieuwe intergouvernementele overeenkomst te sluiten, stelt de lidstaat de Commissie schriftelijk op de hoogte van de doelstellingen van de onderhandelingen, de bepalingen die tijdens de onderhandelingen besproken zullen worden en andere relevante informatie.
2. Nach Aufnahme der Verhandlungen zur Änderung eines bestehenden zwischenstaatlichen Abkommens oder zum Abschluss eines neuen zwischenstaatlichen Abkommens mit einem Drittstaat unterrichtet der Mitgliedstaat die Kommission schriftlich darüber, welche Ziele mit den Verhandlungen verfolgt werden und welche Bestimmungen Gegenstand der Verhandlungen sein sollen, sowie über sonstige sachdienliche Informationen.

« Schendt de bepaling van art. 40, tweede lid [lees : derde lid], van de taalwet gerechtszaken van 15 juni 1935 in samenhang met art. 57 Gerechtelijk Wetboek en art. 6 en art. 11, § 3, van de bijzondere ontslagregelingswet personeelsafgevaardigden van 19 maart 1991 de artt. 10 en 11 van de Grondwet en art. 6.1 van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, in de interpretatie dat de termijn voor het betekenen van een nieuwe dagvaarding op grond van art. 40, tweede lid [lees : derde lid], van de taalwet gerechtszaken, begint te lopen op de datum van de uitspraak van de nietigverklaring van de oorspronkelijke dagvaarding wegens schending van die wet, terwijl art. 11, § 3, van de wet van 19 maart 1991 bepaalt dat alle arresten ter kennis worden gebracht uiterlijk drie werkdagen na de uitspraak en de termijn voor het instellen van een voorziening slechts begint te lopen vanaf de kennisgeving van het arrest, overeenkomstig art. 57 Gerechtelijk Wetboek ?
« Verstösst die Bestimmung von Artikel 40 Absatz 2 [zu lesen ist: Absatz 3] des Gesetzes vom 15hhhhqJuni 1935 über den Sprachengebrauch in Gerichtsangelegenheiten in Verbindung mit Artikel 57 des Gerichtsgesetzbuches und den Artikeln 6 und 11 § 3 des Gesetzes vom 19hhhhqMärz 1991 zur Einführung einer besonderen Kündigungsregelung für die Vertreter des Personals in den Betriebsräten und Ausschüssen für Arbeitssicherheit, Betriebshygiene und Verschönerung der Arbeitsplätze und für die Kandidaten für diese Ämter gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention, dahingehend ausgelegt, dass die Frist für die Notifizierung einer neuen Ladung aufgrund von Artikel 40 Absatz 2 [zu lesen ist: Absatz 3] des Gesetzes über den Sprachengebrauch in Gerichtsangelegenheiten an dem Datum einsetzt, an dem die Nichtigerklärung der ursprünglichen Ladung wegen Verletzung dieses Gesetzes ausgesprochen wird, während Artikel 11 § 3 des Gesetzes vom 19hhhhqMärz 1991 bestimmt, dass sämtliche Entscheide spätestens am dritten Werktag nach der Verkündung notifiziert werden, und die Beschwerdefrist gemäss Artikel 57 des Gerichtsgesetzbuches erst ab der Notifizierung des Entscheids läuft?

– (PT) Met het Sloveense voorzitterschap van de Raad begint de derde akte van de schijnvertoning van de krachten die de federalistische, neoliberale en militaristische integratie in Europa bevorderen, waarbij de EU – met Duitsland aan het hoofd – een eerder verworpen verdrag oplegt en het houden van nationale referenda vermijdt.
– (PT) Mit dem slowenischen Ratsvorsitz beginnt der dritte Akt der Farce, die von den Kräften inszeniert wird, die die föderalistische, neoliberale und militaristische Integration in Europa fördern, in dem die EU – mit Deutschland an der Spitze – einen vormals abgelehnten Vertrag aufzwingt und die Durchführung von nationalen Referenden verhindert.

Artikel 7 bis Onderhandelingen met derde landen De Gemeenschap begint onderhandelingen met de derde landen die haar voornaamste handelspartners zijn, ten einde erop toe te zien dat soortgelijke maatregelen als die bedoeld in deze richtlijn tevens worden toegepast op inkomsten uit spaargelden die onder deze richtlijn vallen en die worden betaald aan natuurlijke personen die gevestigd of woonachtig zijn in een lidstaat, door uitbetalende instanties welke in dergelijke derde landen zijn gevestigd.
Artikel 7a Verhandlungen mit Drittländern Die Gemeinschaft nimmt mit den Drittländern, die ihre wichtigsten Handelspartner sind, Verhandlungen auf mit dem Ziel, dass auf Zinserträge, auf die diese Richtlinie Anwendung findet und die durch Zahlstellen, die in solchen Drittländern niedergelassen sind, an natürliche Personen, die in einem Mitgliedstaat ansässig sind, gezahlt werden, Maßnahmen Anwendung finden, die den in der vorliegenden Richtlinie vorgesehenen Maßnahmen entsprechen.

Een cruisedienst die in lidstaat X of een derde land begint en eindigt in een derde land of lidstaat X en havens aandoet in een lidstaat Y, valt niet onder Verordening (EEG) nr. 3577/92 indien er geen passagiers inschepen en ontschepen in havens van lidstaat Y. In dat geval is Verordening (EEG) nr. 4055/86 van de Raad van 22 december 1986 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en derde landen, van toepassing[22].
Eine Kreuzfahrt, die in Mitgliedstaat X oder einem Drittland beginnt und in einem Drittland oder Mitgliedstaat X endet und auf der Häfen im Mitgliedstaat Y angelaufen werden, fällt nicht unter die Verordnung (EWG) Nr. 3577/92, wenn in Häfen des Mitgliedstaats Y keine Fahrgäste an und von Bord gehen. In diesem Fall gilt die Verordnung (EWG) Nr. 4055/86 des Rates vom 22. Dezember 1986 zur Anwendung des Grundsatzes des freien Dienstleistungsverkehrs auf die Seeschifffahrt zwischen Mitgliedstaaten sowie zwischen Mitgliedstaaten und Drittländern[22].

Een cruisedienst die begint in lidstaat A of een derde land en eindigt in een derde land of lidstaat A en havens in een lidstaat B aandoet valt niet onder de verordening, indien er geen passagiers aan boord worden genomen of afgezet in lidstaat B. Dan geldt Verordening (EEG) nr. 4055/86 van de Raad van 22 december 1986 houdende toepassing van het beginsel van het vrij verrichten van diensten op het zeevervoer tussen de lidstaten onderling en tussen de lidstaten en derde landen [8].
Eine Kreuzfahrt, die in Mitgliedstaat X oder einem Drittland beginnt und in einem Drittland oder einem Mitgliedstaat X endet und auf der Häfen in Mitgliedstaat Y angelaufen werden, fällt nicht unter die Verordnung (EWG) Nr. 3577/92, wenn in Mitgliedstaat Y keine Fahrgäste von oder an Bord gehen. In diesem Fall gilt die Verordnung (EWG) Nr. 4055/86 des Rates vom 22. Dezember 1986 zur Anwendung des Grundsatzes des freien Dienstleistungsverkehrs auf die Seeschifffahrt zwischen Mitgliedstaaten sowie zwischen Mitgliedstaaten und Drittländern [8].