Het verwijzende rechtscollege interpreteert artikel 31, tweede lid, van de Loonbeschermingswet - met verwijzing naar een arrest van het Hof van Cassatie van 10 november 1983 - in die zin dat de vrederechter bij wi
e een vordering tot bekrachtiging van de loonoverdracht aanhangig is, in laatste aanleg uitspraak doet over alle voor hem opgeworpen betwistingen betreffende de vorm en de grond van zowel de loonoverdracht als de hoofdschuldvordering, ook wanneer die vor
deringen - zoals te dezen - bij afzonderlijke akten voor de vrederechter
...[+++]zijn ingesteld maar zijn samengevoegd op verzoek van de partijen.
Das vorlegende Rechtsprechungsorgan legt Artikel 31 Absatz 2 des Gesetzes über den Schutz der Entlohnung - unter Bezugnahme auf ein Urteil des Kassationshofes vom 10. November 1983 - in dem Sinne aus, dass der Friedensrichter, bei dem ein Antrag auf Gültigerklärung der Lohnabtretung anhängig sei, in letzter Instanz über alle ihm unterbreiteten Streitsachen bezüglich der Form und des Inhaltes sowohl der Lohnabtretung als auch der Hauptverbindlichkeit urteile, auch wenn diese Anträge - wie im vorliegenden Fall - mit separaten Urkunden beim Friedensrichter eingereicht, jedoch auf Antrag der Parteien verbunden worden seien.