De in het geding zijnde bepaling heeft tot gevolg dat het belastbare inkomen bedoeld in artikel 151, eerste zin, van het WIB 1992, in het geval van de eerstgenoemde persoon, wordt bepaald door diens belastbare inkomen samen te tellen met het bedrag van het belastbare inkomen van de persoon met wie hij samenwoont, zodat het door die bepaling vastgestelde maximumbedrag - waarboven de voormelde belastingvermindering niet wordt toegekend - vlugger zal zijn bereikt dan voor de tweede categorie van personen.
Die fragliche Bestimmung hat zur Folge, dass das steuerpflichtige Einkommen im Sinne von Artikel 151 erster Satz des EStGB 1992 im Fall der erstgenannten Person durch Addieren ihres steuerpflichtigen Einkommens mit dem Betrag des steuerpflichtigen Einkommens der Person, die mit ihr zusammenwohnt, bestimmt wird, so dass die in dieser Bestimmung festgesetzte Obergrenze - oberhalb deren die vorerwähnte Steuerermässigung nicht gewährt wird - schneller erreicht wird als bei der letztgenannten Kategorie von Personen.