Zo onderstreept hij in zijn memorie dat aangezien het eerste lid van artikel 333/1, § 1, alleen betrekking heeft op de vraag van de Belgische fiscus aan de financiële instelling, het de datum van verzending van de vraag aan de Belgische financiële instelling is die de termijn van 90 dagen doet lopen.
So führt er in seinem Schriftsatz an, dass angesichts dessen, dass Absatz 1 von Artikel 333/1 § 1 sich nur auf das Ersuchen des belgischen Fiskus an das Finanzinstitut beziehe, das Datum der Versendung des Ersuchens an das belgische Finanzinstitut der Anfangszeitpunkt der Frist von 90 Tagen sei.