1. benadrukt dat nationale en Europese beleidsmaatregelen ter bevordering van de jeugdwerkgelegenheid samenhangend en wederzijds versterkend moeten zijn, alsmede in het bijzonder gericht moeten zijn op hoogwaardig (beroeps)onderwijs, opleidingen en het opdoen van werkervaring, en jongeren in staat moeten stellen stabiel en hoogwaardig werk te vinden; benadrukt dat jongeren, door ze mogelijkheden te bieden voor redelijk betaalde stages en vrijwillige activiteiten van algemeen nut, zich kunnen bezighouden met activiteiten van sociaal nut alsmede beroepservaring kunnen opdoen;
1. betont, dass die von den Mitgliedstaaten und der EU umgesetzten politischen Maßnahmen miteinander im Einklang stehen und sich gegenseitig ergänzen sollten und ihr Schwerpunkt auf hochwertige Ausbildung, (berufliche) Bildung und Arbeitserfahrung liegen sollte, um junge Menschen in die Lage zu versetzen, stabile und hochwertige Beschäftigung zu erlangen; betont, dass jungen Menschen durch die Schaffung eines Angebots an angemessen bezahlten Praktika und gemeinnützen Tätigkeiten die Möglichkeit gegeben werden kann, gesellschaftlich nützlichen Tätigkeiten nachzugehen und Berufserfahrung zu sammeln;