« Miskent artikel 15 van de wet van 21 december 1990 houdende statuut van de kandidaat-militairen van het actief kader artikel 182 van de Grondwet, doordat het de Koning ertoe machtigt de regels te bepalen voor de beoordeling van de morele, karakteriële, fysieke en professionele hoedanigheden van een kandidaat-militair van het actief kader zonder die bevoegdheid enigszins te beperken en schendt het hierdoor de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het de beoogde categorie van militairen een grondwettelijke waarborg ontzegt ?
« Verstösst Artikel 15 des Gesetzes vom 21. Dezember 1990 über die Rechtsstellung der Militäranwärter des aktiven Kaders gegen Artikel 182 der Verfassung, indem er den König dazu ermächtigt, die Regeln für die Beurteilung der geistigen, charakterlichen, körperlichen und beruflichen Fähigkeiten eines Militäranwärters des aktiven Kaders festzulegen, wobei diese Zuständigkeit keinerlei Einschränkungen unterliegt, und verstösst er somit gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er der betreffenden Kategorie von Militärs eine verfassungsmässige Garantie versagt?