Bij zijn arrest nr. 10/2001 van 7 februari 2001 verwierp het Hof het beroep tot vernietiging tegen die bepaling, zij het onder een drievoudig voorbehoud : (i) die bepaling dient strikt te worden geïnterpreteerd, (ii) zij mag geen afbreuk doen aan de parlementaire onverantwoordelijkheid en (iii) zij mag niet leiden tot het verlies van de dotatie die bestemd is voor een partij die de geleding die blijk heeft gegeven van de in artikel 15ter bedoelde vijandigheid, openlijk en duidelijk heeft afgekeurd.
In seinem Urteil Nr. 10/2001 vom 7. Februar 2001 hat der Hof die gegen diese Bestimmung erhobene Nichtigkeitsklage zurückgewiesen, allerdings unter einem dreifachen Vorbehalt: (i) diese Bestimmung ist strikt auszulegen, (ii) sie darf nicht die parlamentarische Nichtverantwortlichkeit beeinträchtigen und (iii) sie darf nicht zum Verlust der Dotation führen, die für eine Partei bestimmt ist, die die Komponente öffentlich und eindeutig abgelehnt hat, welche die feindselige Einstellung im Sinne von Artikel 15ter zu erkennen gegeben hat.