Zij is in verschillende bewoordingen gesteld, met name doordat zij, zonder nog van interpretatie te spreken, het asp
ect van de betwiste bepaling waarvan de grondwettigheid in het geding is - te weten dat artikel 26 van de bijzondere wet op het Arbitragehof, « geen onderscheid maakt » naargelang de prejudiciële vragen gesteld worden in het kader van situaties die al dan niet beëindigd zijn vóór de inwerkingtreding van die bepaling o
p 17 januari 1989 - weergeeft met dezelfde bewoordingen als die welke het Hof in dat arrest heeft gebruik
...[+++]t.
Sie ist in einem anderen Wortlaut gestellt worden, insbesondere, indem sie, ohne noch von Interpretation zu sprechen, den Aspekt der beanstandeten Bestimmung, deren Verfassungsmässigkeit beanstandet ist, mit demselben Wortlaut wiedergibt, den auch der Hof in diesem Urteil verwendet hat - dass nämlich Artikel 26 des Sondergesetzes über den Schiedshof « nicht unterscheidet », je nachdem, ob die präjudiziellen Fragen im Rahmen von vor dem Inkrafttreten dieser Bestimmung, d.h. vor dem 17. Januar 1989, vollendeten oder nicht vollendeten Situationen gestellt werden.