24. Uit de rechtspraak van het
Hof betreffende de bepalingen van artikel 11 van richtlijn 69/335, en met name de arresten FECSA en ACESA (EU: C: 1998: 508) en Commissie/België (EU: C: 2004: 450), blijkt dus dat overeenkomstig de doelstellingen van deze richtlijn het verbod op de heffing van een belasting ter zake van verrichtingen voor het bijeenbrengen van kapitaal eveneens geldt voor verrichtingen waarvan niet uitdrukkelijk in dat verbod melding is
gemaakt wanneer het heffen van een dergelijke belasting erop neerkomt dat belasting w
...[+++]ordt geheven op een verrichting die integrerend deel uitmaakt van een globale verrichting voor het bijeenbrengen van kapitaal.
24. Aus der Rechtsprechung des Gerichtshofs zu Art. 11 der Richtlinie 69/335, insbesondere aus den Urteilen FECSA und ACESA (EU: C: 1998: 508) sowie Kommission/Belgien (EU: C: 2004: 450), ergibt sich somit, dass das Verbot der Besteuerung von Kapitalansammlungsvorgängen gemäß den Zielen der Richtlinie auch für Vorgänge gilt, deren Besteuerung nicht ausdrücklich verboten ist, sofern diese darauf hinausliefe, dass ein Umsatz als Bestandteil eines Gesamtumsatzes im Hinblick auf die Ansammlung von Kapital besteuert würde.