Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat de wetgever, wanneer hij de vreemdeling van wie een ouder Belg is en zijn hoofdverblijfplaats in België heeft, heeft toegestaan de Belgische nationaliteit te verkrijgen, een relevante maatregel heeft genomen door een onderscheid te maken tussen de vreemdeling die zijn hoofdverblijfplaats in België heeft en die, net als de andere vreemdelingen die er hun verbl
ijfplaats hebben en vragen om de Belgische nationaliteit te verkrij
gen, een wettelijke verblijfsvergunning moet hebben (artikel 7bis), en
...[+++]de vreemdeling die zijn hoofdverblijfplaats in het buitenland heeft en die een werkelijke band met zijn ouder moet aantonen (artikel 12bis, § 1, 2°), waarbij het feit dat die vreemdeling beschikt over een verblijfsvergunning in België, in dat geval niet relevant is.Aus dem Vorstehenden ergibt sich, dass der Gesetzgeber, als er es Ausländern, von denen ein Elternteil Belgier ist und seinen Hauptwohnort in Belgien hat, ermöglicht hat, die belgische Staatsangehörigkeit zu erlangen, eine sachdienliche Massnahme ergriffen hat, indem er Ausländern, die ihren Hauptwohnort in Belgien haben und von denen, ebenso wie von den anderen Ausländern, die dort ihren Wohnort haben und die belgische Sta
atsangehörigkeit beantragen, verlangt wird, dass sie eine legale Aufenthaltsgenehmigung besitzen (Artikel 7bis), von den Ausländern unterschieden hat, die ihren Hauptwohnort im Ausland haben und von denen verlangt wird
...[+++], dass sie eine tatsächliche Bindung mit ihrem Elternteil nachweisen (Artikel 12bis § 1 Nr. 2), wobei der Besitz einer Aufenthaltsgenehmigung in Belgien für diese Ausländer in einem solchen Fall irrelevant ist.