16. benadrukt dat de Autorit
eit zich, gezien de beperkte middelen, moet houden aan de haar door de medewe
tgevers van de Unie toegekende taken; onderstreept dat de Autoriteit deze taken volledig
moet uitvoeren, maar dat zij niet
moet proberen haar mandaat daarbuiten uit te breiden, en dat haar onafhankelijkheid gewaarborgd
moet zijn; onderstreept dat de Autoriteit
moet bekijken of zij richtsnoeren en aanbevelingen
moet ...[+++] formuleren;
16. betont, dass sich die Behörde in Anbetracht ihrer begrenzten Ressourcen auf die ihr von den beiden Rechtsetzungsorganen der Union übertragenen Aufgaben beschränken muss; betont, dass die Behörde diese Aufgaben uneingeschränkt wahrnehmen sollte, jedoch nicht versuchen darf, über ihren Auftrag hinauszugehen, und dass sie unabhängig bleiben muss; betont, dass die Behörde prüfen sollte, ob Leitlinien und Empfehlungen ausgearbeitet werden müssen;