1. De lidstaten dragen zorg voor de vaststelling en uitvoering van passende maatregelen om fraude en andere onrechtmatige praktijken bij de verlening van bewijzen van beroepsbekwaamheid of in samenhang met bewijzen die door hun bevoegde autoriteiten zijn afgegeven en van een officiële verklaring voorzien; te voorkomen en voeren sancties in die doeltreffend, evenredig en afschrikwekkend zijn.
(1) Die Mitgliedstaaten sorgen dafür, dass geeignete Maßnahmen ergriffen und durchgesetzt werden, um Betrug und sonstige rechtswidrige Praktiken bei der Erteilung der Befähigungszeugnisse oder im Zusammenhang mit Befähigungszeugnissen, die von ihren zuständigen Behörden erteilt und mit Vermerken versehen worden sind, zu verhindern. Sie sorgen ferner für Sanktionen, die wirksam, verhältnismäßig und abschreckend sind.