Het Hof, dat toeziet op de eerbiediging van de fundamentele rechten in het kader van de toepassing van het gemeenschapsrecht, is van oordeel dat de richtlijn voldoende beschermende werking heeft, want zij staat niet toe dat het menselijk lichaam in de verschillende stadia van zijn vorming en zijn ontwikkeling, een octrooieerbare uitvinding kan zijn.
Der Gerichtshof, der die Beachtung der Grundrechte bei der Anwendung des Gemeinschaftsrechts sicherstellt, hält den durch die Richtlinie gewährten Schutz für ausreichend, da sie vorsehe, dass der menschliche Körper in den einzelnen Phasen seiner Entstehung und Entwicklung keine patentierbare Erfindung darstellen könne.