Aangezien artikel 25, § 2, van de wet van 13 juli 1976 uitdrukkelijk is opgeheven bij artikel 59, 5°, van de wet van 21 december 1990, heeft de Raad van State - en niet de verzoeker - terecht een interpretatie aangenomen volgens welke kon worden besloten tot de impliciete opheffing van artikel 39.
Da Artikel 25 § 2 des Gesetzes vom 13. Juli 1976 ausdrücklich durch Artikel 59 Nr. 5 des Gesetzes vom 21. Dezember 1990 aufgehoben worden sei, habe der Staatsrat - und nicht der Kläger - zu Recht eine Auslegung gewählt, die den Schluss zulasse, dass Artikel 39 implizit aufgehoben worden sei.