Doel van het voorstel was de toepassing van de richtlijn met betrekking tot aanwezigheidsdienst, minimumrusttijden en de berekening van de wekelijkse arbeidstijd te verduidelijken en de opt-outmogelijkheid bij de begrenzing van de gemiddelde wekelijkse arbeidstijd van 48 uur te herzien.
Damit sollte geklärt werden, wie die Richtlinie auf die Bereitschaftsdienstzeiten angewandt, wie flexibel der Zeitpunkt der Mindestruhezeiten gehandhabt, ob die Wochenarbeitszeit flexibler berechnet. und wie das individuelle „Opt-out“ aus der 48-Stunden-Begrenzung umgestaltet werden sollte.